Een treincoupé, een slaapwagon.
Wij, kinderen nog, zien 't silhouet der bergen
al in de eerste ochtendzon.
een sneeuwpartij: Hoog en dichtbij
schuift langs ons raam een alpenwei.
Wij zwaaien vreemde dorpen toe:
Een bergbeek stroomt met veel geweld
onder een brug: Wij zien ontsteld, hoe
snel het oude ijs tot helder water smelt,
dat over gladde keien van nabije oevers snelt.
De achterzij van menig dorp draait langs ons raam:
Voort gaan wij, voort.
Een waterval, een dennenbos, wat wandelaars tezaam,
niemand en niets behoort ons toe
zolang wij verder gaan:
Niets in dit wisselend landschap wordt
door onze snelle reis verstoord:
Tot de trein stopt bij 't einde van het spoort.
Dan smoort een vreemde stilte ieder woord.
Grietje Koeman
Grietje Koeman - gedichten
zondag 30 juli 2023
Voor het eerst Oostenrijk
maandag 6 maart 2023
Twaalf zwanen
Mijn lieve vader had mij naar de bushalte gebracht
- wij stonden daar te wachten zij aan zij -
De rijksweg dreunde onder de namiddagspits
en rijen auto's haastten zich aan ons voorbij.
Wij zwegen en ik keek of ik de bus al zag.
Het schemerde in 't oosten; in 't westen blonk
het laatste licht van deze warme voorjaarsdag.
Toen, plotseling boven ons hoofd een heftig ruisen klonk.
Wij zagen op naar wat een visioen leek van twaalf zwanen
- verbazing, die ons samen tellen deed -
Zij kruisten laag en doelgericht de rijksweg,
die slechts een tiental meters onder hen vergleed.
Hun blanke lange halzen reikten recht vooruit:
De witte, trage vleugelslag was sterk en breed.
Het ruisen van die vierentwintig vleugels
- zo vlak boven de snelweg klonk dit eensgezind gerucht -
leek ons een waarschuwing te geven of een onheilsteken,
een aansporing: "Vlucht, mensen, vlucht!"
Zo onverwacht als zij verschenen waren,
zo spoedig waren zij verdwenen, uit het zicht.
Waar waren zij vandaan gekomen? Uit welke streken?
Door welke oorzaak was deze invasie aangericht?
"Dit is een wonder" sprak mijn vader zachtjes.
"Nog nooit zag ik er zoveel zo dichtbij."
Zijn ogen blonken van ontroering en ik voelde
een grote dankbaarheid voor dit moment in mij.
De zwanen hadden ons dit ogenblik geschonken:
Dat het verstrijken van de tijd er niet toe deed.
Zo stonden wij te wachten bij die halte,
tot de bus stopte en ik alleen verder reed.
Wij zwaaiden naar elkaar en afscheid nemen
zou voor ons nooit meer van belang blijken te zijn.
Mijn vader had zijn tachtig jaar aan mij gegeven:
Wij hadden nu gezamenlijk twaalf zwanen als geheim.
Grietje Koeman
dinsdag 21 februari 2023
Kaartspelers
Eendrachtig bij elkaar vandaag,
met ogen snel en neuzen laag,
kijkend naar kaarten in hun hand:
Hoe is de stand?
De lamp boven hun edel spel,
beschijnt hun concentratie fel:
Zorgen van gister zijn te zien,
vreugde voor morgen lonkt misschien.
De vraag gesteld; 'Bied jij of ik?'
Schouders beschuttend rond bezit,
een snelle blik.
Met ogen omlaag tegen 't felle licht,
staan kleine geheimen toch op hun gezicht.
Grietje Koeman
zondag 1 mei 2022
Landing
We zijn wel geland
maar we weten niet waar.
We weten noch hoe, noch waarom.
We kijken omhoog
en we zoeken de zin.
We voelen ons eenzaam en dom.
Rond is de aarde en wijds het heelal.
Telt onze verwondering nog?
We zijn wel geland
maar we weten niet waar:
Veroordeeld tot elkaar.
Grietje Koeman
woensdag 23 maart 2022
Wachten naast oorlog
Een wachter ben ik slechts
die naast mijn hart de slagen telt:
koel registreert dat het nog slaat,
verlangzaamd of versneld.
Opnieuw de beelden:
Een verslagen groep,
treurmars der ontheemden.
Gestruikel over eigen voeten,
dragend dat eeuwig beddegoed.
Opnieuw de camera's
inzoomend op de lijken.
Kijken mag ik in de hel van heden.
Leren wachten, dagen spellen
tot steeds nieuwe jaargetijden
zonder kleren.
Terwijl mijn woedend hart,
terwijl het bloed
dat bonzend op de steen slaat,
zal ik de slagen tellen.
Grietje Koeman
donderdag 3 maart 2022
Het licht
Rustig wandelend door het oude bos
overkwam mij iets vreemds:
Een licht kwam dwalend los vanachter bomen.
Als in een droomdimensie zonder bron
wilde het dichter bij mij komen:
Ik wilde dat het komen kón.
Het was niet uit de ruimte van vandaag,
het was ook niet van gister of van morgen:
Het was er en het was er met een vraag
naar al mijn vreugden en naar al mijn zorgen.
Toch kwam het nog niet dichter naar mij toe:
Hoewel ik voelde dat het mij vervulde.
Ik vroeg het licht naar het Waarom en Hoe,
tot het tenslotte zijn geheim onthulde.
Ik ben de hoop der mensen', zei het licht:
'Ik wijs de weg, het pad tussen de bomen':
'Verdoolde zielen in dit oude bos,
zullen mij altijd tegen kunnen komen.'
Grietje Koeman
zondag 20 februari 2022
Vreemdeling in de glastuinbouw
In de vrije uren
praten: Praten over
uitbetalen, wandluizen,
pijnlijke knieën, vrouwen
over laten komen.
Eten: Tafel dekken
met een krant
zich verwarmen aan verhalen
in eigen taal
moederland proevend
in brood, tomaat, wijn.
In de avond: laat zingend
heimwee-liederen
tegen de muren.
Grietje Koeman
-
Mijn lieve vader had mij naar de bushalte gebracht - wij stonden daar te wachten zij aan zij - De rijksweg dreunde onder de namiddagspits e...
-
Rustig wandelend door het oude bos overkwam mij iets vreemds: Een licht kwam dwalend los vanachter bomen. Als in een droomdimensie zonder br...