Een treincoupé, een slaapwagon.
Wij, kinderen nog, zien 't silhouet der bergen
al in de eerste ochtendzon.
een sneeuwpartij: Hoog en dichtbij
schuift langs ons raam een alpenwei.
Wij zwaaien vreemde dorpen toe:
Een bergbeek stroomt met veel geweld
onder een brug: Wij zien ontsteld, hoe
snel het oude ijs tot helder water smelt,
dat over gladde keien van nabije oevers snelt.
De achterzij van menig dorp draait langs ons raam:
Voort gaan wij, voort.
Een waterval, een dennenbos, wat wandelaars tezaam,
niemand en niets behoort ons toe
zolang wij verder gaan:
Niets in dit wisselend landschap wordt
door onze snelle reis verstoord:
Tot de trein stopt bij 't einde van het spoort.
Dan smoort een vreemde stilte ieder woord.
Grietje Koeman
zondag 30 juli 2023
Voor het eerst Oostenrijk
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
-
Mijn lieve vader had mij naar de bushalte gebracht - wij stonden daar te wachten zij aan zij - De rijksweg dreunde onder de namiddagspits e...
-
Rustig wandelend door het oude bos overkwam mij iets vreemds: Een licht kwam dwalend los vanachter bomen. Als in een droomdimensie zonder br...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten