Rustig wandelend door het oude bos
overkwam mij iets vreemds:
Een licht kwam dwalend los vanachter bomen.
Als in een droomdimensie zonder bron
wilde het dichter bij mij komen:
Ik wilde dat het komen kón.
Het was niet uit de ruimte van vandaag,
het was ook niet van gister of van morgen:
Het was er en het was er met een vraag
naar al mijn vreugden en naar al mijn zorgen.
Toch kwam het nog niet dichter naar mij toe:
Hoewel ik voelde dat het mij vervulde.
Ik vroeg het licht naar het Waarom en Hoe,
tot het tenslotte zijn geheim onthulde.
Ik ben de hoop der mensen', zei het licht:
'Ik wijs de weg, het pad tussen de bomen':
'Verdoolde zielen in dit oude bos,
zullen mij altijd tegen kunnen komen.'
Grietje Koeman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten