maandag 6 maart 2023

Twaalf zwanen

 Mijn lieve vader had mij naar de bushalte gebracht
- wij stonden daar te wachten zij aan zij -
De rijksweg dreunde onder de namiddagspits
en rijen auto's haastten zich aan ons voorbij.

Wij zwegen en ik keek of ik de bus al zag.
Het schemerde in 't oosten; in 't westen blonk
het laatste licht van deze warme voorjaarsdag.
Toen, plotseling boven ons hoofd een heftig ruisen klonk.

Wij zagen op naar wat een visioen leek van twaalf zwanen
- verbazing, die ons samen tellen deed - 
Zij kruisten laag en doelgericht de rijksweg,
die slechts een tiental meters onder hen vergleed.

Hun blanke lange halzen reikten recht vooruit:
De witte, trage vleugelslag was sterk en breed.

Het ruisen van die vierentwintig vleugels
- zo vlak boven de snelweg klonk dit eensgezind gerucht - 
leek ons een waarschuwing te geven of een onheilsteken,
een aansporing: "Vlucht, mensen, vlucht!"

Zo onverwacht als zij verschenen waren,
zo spoedig waren zij verdwenen, uit het zicht.
Waar waren zij vandaan gekomen? Uit welke streken?
Door welke oorzaak was deze invasie aangericht?

"Dit is een wonder" sprak mijn vader zachtjes.
"Nog nooit zag ik er zoveel zo dichtbij."
Zijn ogen blonken van ontroering en ik voelde
een grote dankbaarheid voor dit moment in mij.

De zwanen hadden ons dit ogenblik geschonken:
Dat het verstrijken van de tijd er niet toe deed.
Zo stonden wij te wachten bij die halte,
tot de bus stopte en ik alleen verder reed.

Wij zwaaiden naar elkaar en afscheid nemen
zou voor ons nooit meer van belang blijken te zijn.
Mijn vader had zijn tachtig jaar aan mij gegeven:

Wij hadden nu gezamenlijk twaalf zwanen als geheim.

Grietje Koeman

Geen opmerkingen:

Een reactie posten