Ik sta op de boot,
nabije oevers wijken
voor weer andere.
*
Een kleine rietpol
- waarom juist deze -
schuift langszij de boot.
*
Roerloos: een zwart paard
op de naderende dijk
boven het weiland.
*
Om de bocht een huis
met de luiken gesloten.
Hoe lang al zo leeg?
*
Tussen rietstengels
een eenzaam plonsje.
Opspringende vis?
*
Veren of oren?
Onbekommerd drijft dichtbij
een futenpaartje.
*
Op de avondboot
drijft de oever naar verten.
Lichter, ben ik nu.
Grietje Koeman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten